Klassieke patisserie met een Maleisische twist: Voilà brengt lekkers op wereldniveau naar Azië
Wie patisserie op wereldniveau wil proeven, kan terecht in Maleisië. Sinds hun overwinning bij de Coupe du Monde de la Pâtisserie in 2019 timmeren Otto Tay en Loi Ming Ai daar fanatiek aan de weg om van hun land het patisseriewalhalla van Azië te maken. Een gesprek over hun overwinning en het traject dat leidde naar hun eigen online patisseriewinkel: Voilà. “Eindelijk kan het grote publiek nu ook onze creaties proeven.”
Otto: “In 2011 was ik assistent voor het Maleisische team. Vanaf dat moment was het mijn droom om ooit zelf deel te nemen. Dat lukte in 2013, maar ons showstuk kwam ten val en toen was onze kans verkeken. In 2015 probeerden we het opnieuw en behaalden een vierde plaats. In 2019 was het wel prijs en sleepten we de overwinning in de wacht.”
Loi: “Ik studeerde aan de Academy of Pastry and Culinary Arts Malaysia in 2013. Daar kreeg ik les van verschillende chefs die Maleisië vertegenwoordigden op internationale competities. Ook mocht ik hen assisteren bij de voorbereidingen en zo leerde ik over de Coupe du Monde de la Pâtisserie.”
Hoe zag de voorbereiding voor die laatste Coupe du Monde eruit?
Otto lacht: “Het was zwaar! Ik woonde op dat moment in Vietnam, waardoor ik constant heen en weer moest vliegen – en dat vier maanden lang. Ik vloog vrijdagavond na werktijd naar Maleisië, oefende ‘s zaterdags tien uur aan een stuk en keerde op zondag terug naar Vietnam.”
Loi: “Ook voor mij was de deelname een reusachtige uitdaging. Ik was verantwoordelijk voor de ijstaart en het beeldhouwen van ijs en chocolade. Met geen van die drie elementen had ik ervaring. Daar kwam dan nog eens bij dat ik geen rekening had gehouden met het temperatuurverschil. In Maleisië is het erg warm, waardoor het modelleren van ijs echt een race tegen de klok is. Toen we een week voor de competitie een laatste repetitie hielden in Lyon, vroor het. Ik verwachtte dat een deel van het ijs zou smelten tot de vorm die ik voor ogen had – zoals het deed in Maleisië, maar dat deed het niet door de lage temperaturen. Het resultaat was een dikke, misvormde aap. Voor de ijstaart had ik veel tijd besteed aan research, om zo nieuwe technieken te ontwikkelen. Dat resultaat was uiteindelijk precies wat ik voor ogen had: prachtige bloemen.”
Wat hebben jullie geleerd uit de competitie?
Otto: “Hoe we onze tijd het best indelen en hoe we ons snel kunnen aanpassen aan een nieuwe keuken. Maar het allerbelangrijkste was toch het teamwork.”
Loi: “We hebben echt leren samenwerken tijdens het traject dat we hebben afgelegd: van de nationale selecties, via de Asia Pastry Cup tot de finale van de Coupe du Monde. Zelf heb ik in die twee jaar ook ontzettend veel nieuwe technieken geleerd uit verschillende andere landen.”
Wat is het advies dat jullie graag met de volgende generatie deelnemers willen delen?
Otto: “Durf te dromen en jaag die dromen ook na.”
Loi: “Wees respectvol naar andere deelnemers toe en sta open voor nieuwe ideeën en technieken.”
Patisseriecultuur
Loi: “Niet veel Maleisiërs weten van het bestaan van de Coupe du Monde af en Franse patisserie wordt hier weinig gemaakt. Ik denk dus dat het echte belang van onze overwinning wat overschat werd. Onze vrienden, families en collega’s waren uiteraard wel heel blij voor ons.”
Otto: “Voor mij was het op dat moment echt een droom die uitkwam. We zien ook
steeds meer patisseriewinkels openen, dus de ‘echte’ patisseriecultuur is in Maleisië volgens mij wel in ontwikkeling.”
Wat is het eerste dat jullie op werkvlak hebben ondernomen?
Otto: “Niet lang na onze overwinning brak COVID uit. Niet zoveel dus! Ik denk dat de opstart van Voilà Patisserie het eerste is waar we na de competitie echt onze schouders onder zetten.”
Wat is het verhaal achter Voilà?
Loi: “Samen met Otto heb ik aan diverse competities deelgenomen en consultingwerk gedaan voor verschillende bedrijven in de branche. We hebben onze creaties echter nooit rechtstreeks op de markt gebracht. Dus vonden we het tijd om ons eigen merk te ontwikkelen. Tegelijkertijd wilden we zo de
patisseriecultuur op de kaart zetten.”
Otto: “Voilà is een online winkel; je kan dus niet bij ons komen eten. De filosofie zit volledig verwerkt in de naam: ‘Voilà, hier is het’. We hebben een studio die zich
bezighoudt met research en development en we organiseren ook masterclasses. Na zoveel jaren ervaring en voorbereiding is het eindelijk tijd om onze creaties aan het grote publiek te tonen en te laten proeven.
Dus niet meer alleen aan jury’s in competities.”
De volgende generatie
Otto: “In Azië hebben we prachtige ingrediënten zoals zwarte sesam, pandan, hrysanthemum, mochi, Oolongthee en zwarte rijst. Die verwerken we met Europese technieken tot klassieke texturen.”
Loi: “De lokale ingrediënten spelen een gigantische rol in het creëren van nieuwe, unieke smaken, aroma’s en structuren.”
Wat is volgens jullie het grote verschil tussen Aziatische en Europese patisserie?
Otto: “Ik denk dat Aziatische patisserie qua textuur lichter en luchtiger is. Qua smaken neigen we dan meer naar de smaken uit onze kindertijd. In Europa zijn de smaken intenser en daar wordt meer gebruik gemaakt van verschillende texturen.”
Hoe ziet de toekomst eruit voor de volgende generatie Europese chefs?
Loi: “Ik denk dat Europese chefs meer naar robotica en technologie grijpen, waardoor de jongere generatie de voeling met de basistechnieken verliest. 3D-vormen en watercutmachines zijn tegenwoordig zo ingeburgerd, dat ik vrees dat de handgevormde sculpturen langzaam maar zeker zullen verdwijnen.”
Otto: “Ik denk dat het landschap diverser wordt. Het zou fantastisch zijn als jonge chefs nog meer zouden kunnen reizen, om zo meer inspiratie te halen uit verschillende culturen, ingrediënten en ontwerpen.”
Otto: “Het moet gezonder, met minder suiker.”
Loi: "En minder romig.”
Welke landen zijn de patisseriepioniers in Azië?
Otto: “In Japan beleeft de patisseriecultuur echt een hoogtepunt.”
Loi: “En Maleisië, natuurlijk. De markt is nog niet overvol, maar er is wel een handvol patisseriechefs, waaronder Otto en ik, die het als
hun missie ziet om van Maleisië hét patisserieland van Azië te maken.”
Waar staan jullie – en Voilà – over vijf jaar?
Otto: “Ik zou Voilà graag op verschillende vlakken zien groeien, met behulp van specialisten op het
gebied van chocolade, patisserie, viennoiserie en ijsdesserten. Zo kunnen we binnen enkele jaren
een volgende generatie opleiden die zich vol vertrouwen patisseriechef kan noemen.”
Loi: “Als we over vijf jaar iets meer volwassen zijn, kunnen we hopelijk opschalen. Op termijn kunnen we ook internationaal exporteren.”
Jullie zijn onze Debic-ambassadeurs voor Maleisië, maar eigenlijk ook voor de rest van de wereld. Hoe vullen jullie die rol in?
Loi: “Naast de research met Debic-producten in de keuken en het ontwikkelen van nieuwe recepten,
willen we ook meer leren over de productie van zuivel, bijvoorbeeld over het proces van melk
tot boter. Zo willen we een volwaardig partner worden.”
Otto: “We willen een sterk team zijn en zo samen met de hele wereld delen wat je met ‘echte’ ingrediënten en de juiste kennis kunt bereiken.”
Lees ons artikel over de Coupe du Monde de la pâtisserie!
Ontdek meer