Snijd de biscuit in 3 lagen.
Bekleed de binnenkant van een taartring (13 cm breed en 5 cm hoog) met plasticfolie.
Plaats de ringen op een met bakpapier beklede bakplaat.
Trempeer de onderste biscuitlaag met de kaneelsiroop en leg in de taartring.
Spuit een laagje kaneelmousse op de biscuit.
Begin met een cirkel in het midden en daarna een rondje aan de buitenste rand van de taart.
Vul de ruimte tussen de mousses op met de perencompote zodat die volledig ingesloten is.
Plaats er een tweede laag biscuit op en druk aan.
Trempeer ook deze laag en werk op dezelfde manier af met de kaneelmousse en perencompote.
Plaats ten slotte een derde laag biscuit op de taart en druk aan.
Koel het taartje en haal uit de ring.
Bestrijk het volledige taartje met de kaneelcrème.
Strijk de crème goed aan.
Decoreer de bovenste rand van de taart met de warme chocoladedrip en zorg dat er een cirkel van 6 cm breed vrij blijft.
Werk het taartje in het midden af met een klein deel van de perencompote.
Decoreer de vrije ruimte met schuimdopjes, chocoladesprieten en krokante koekkruimels.